De Menselijke oorsprong en ontwikkeling.
De paleo-antropologen en archeologen leggen een geraamte bloot van de eerste geschiedenis van mensachtigen naar de moderne mens; het is niet meer dan een stellage, maar van belang is dat zij toonden wat leven betekent; wat daartussen klopt en leeft; wat in de aderen stroomt naar het hart en naar de longen. Wat ons doet ademen en zien!!
Ergens omstreeks 6 miljoen jaar geleden leefde de voorouder, waar mutatie en splitsing plaatsvond tussen de mensapen en de homonieden. Ontwikkeling zette zich voort door verdere mutatie, selectie en migratie. De eerste mensen ontwikkelden vele overlevingsstrategieën waardoor het creatief vermogen groeide. Het menselijk vernuft is ingeboren. Hout drijft op water, zo ontstond de oer-maritieme emigratie. Jagers verlegden hun gebied door met kuddes mee te trekken, vissers verkenden steeds verdere kusten. Het landschap bestond wisselend uit moerassen, bos en graslanden (savannen).
De technische intelligentie begon met vervaardigen van stenen werktuigen. De homo-erectus had ook vuur (1.8 miljoen jaar geleden) en deze renner heeft zich over de gehele aarde verspreid. Het vuur gaf warmte en bescherming tegen roofdieren, het eten werd beter verteerbaar en het gezamenlijk rond het vuur nuttigen van de maaltijden bracht socialisatie. Het waren kleine groepen en een gezin leefde in sterke afhankelijkheid van elkaar. Na vele generaties kwamen steeds duidelijkere kenmerken naar voren. Veel later speelde selectie een nog grotere rol met als resultaat differentiatie en verschillende culturen. De vele grafculturen tonen een spirituele geaardheid en dat men toen al symbolisch kon denken.
Het is een wonder dat de mens nog bestaat, wanneer we denken aan ijstijden, woestijnwinden in Azië, de daling en plotse rijzing van de zeespiegel. De aarde heeft al 5 keer een massa-extinctie meegemaakt, waarbij alle levende organismen vernietigd werden. (65 miljoen jaar geleden met de uitsterving van de dinosauriërs en de Thoba-explosie 74.000 jaar geleden) Oorzaken: vulkanen en meteorieten. ijstijden en overstromingen.
We leven nu in een wilde genentuin. Het oudste DNA is gevonden in Afrika. Uit Afrika splitsten zich genen naar de Indusvallei, via Siberië, door naar de eilanden, Nieuw Guinea, Melanesië en Australië. Vlotten werden gebruikt om over te steken naar zichtbaar land in de verte.
Men kon water aanboren, jagers lazen sporen en nomaden vonden de weg over lange afstanden, welke erfenissen in onze genen werden opgeslagen.
Aan de westkunst en de zuidpunt van Afrika leefden men van vis en schaaldieren. Geavanceerdere speerpunten werden gemaakt, de kleurstof oker werd gebruikt bij rituele handelingen en kettingen werden geregen van schelpen en slakkenhuisjes. Uit deze kleine groepen komt onze soort de homo-sapiens voort na de stabilisering van het klimaat (na 17.000 v.chr.) Men kwam toen vroegere mensensoorten tegen en vermenging van genen gebeurde.
Alles heeft geur, vooral kruiden en dat deed de oermens onderzoeken en het gebruiken. Men wist in de steentijd al van drogen, roken, zouten, bewaren onder vet, zoeten en toevoegen van zuur en zwavel.
Men begon ook met domesticatie van dieren, eerst voor de gezelligheid en later voor het gemak ( bewerking op land, reis- en trekvervoer).
Alle mensen houden van dieren, we kunnen niet zonder. Met dieren voelen we ons verenigd met de natuur. Het heeft de evolutie der mens voortgeholpen en versterkt.
Rond 11.000 v.chr. was de homo-sapiens aanwezig op vele plekken op aarde. Nomaden werden boeren. Aan de voet van het Zagrosgebergte werden de woongroepen steeds groter. Men had tamme schapen, zwijnen, geiten. In de vruchtbare cirkel, genaamd de Levant, waar de verbouw van granen begon, verkreeg men grote voorraden. Er ontstonden dorpen (op oogafstand). De eerste nederzettingen zijn gevonden in Jordanië. Later ontstonden stadstaten, men bouwde grote voorraden voedsel en ging dat beheren.
Oudste volkeren waren Natufiërs, Amazighen(Noord-Afrika) Scythen, Cimmiërs , Kelten, Germanen, Turken uit Mongolië, Babyloniërs, Akkadiërs, Chinesen, Arabieren, Iraniërs, Sumeriërs, Elamieten, Sarmaten, Samojeden, Egyptenaren, Perzen, Meden.
Tot zover een verkort overzicht van de “beschaving”. Samengesteld uit studies door Willemina