Omschrijving van haar werk door Drs. Hans Redeker, kunstpublicist in de uitgave van het boek van Nijgh en van Ditmar 1987 Hedendaagse Portretkunst waarin Willemina is opgenomen.
Ook bij Willemina is het opleiden van jonge en oudere kunstenaars een onderdeel van haar activiteiten als kunstenares geworden, zelfs nog meer uitgesproken. Bovendien gaat het ook in haar aquarellen van landschappen en haar “sfeerschilderingen” in olieverf, die zij zelf met de woorden symbolisme en metafysisch kenschetst, om de werkelijkheid achter de uiterlijke verschijningswijze. Bij het portretteren van de mens in houtskool en olieverf – gaat het dan ook om het weergeven van de persoonlijkheid; Of om haarzelf aan het woord te laten:
“Bij het portretteren van mensen is de uitstraling van die persoonlijkheid een voorwaarde om tot een goed resultaat te komen. De techniek is slechts een hulpmiddel. Mijn lichaam en de gehele bloedsomloop zijn de instrumenten die mijn kwast voortstuwen. Mijn hand doet wat het oog ziet. Als een langzaam fototoestel werk ik seismografisch en totaal geconcentreerd, tot het portret letterlijk “uit de verf naar voren komt, op het vlak wederom geboren wordt”. De kleuren van de achtergrond kies ik bij de sfeer die de persoon uitstraalt. Mee speelt het jaargetijde, de mate van het zonlicht en de stemming van de geportretteerde. Contact zoeken met het model en intuïtief in dit spanningsveld trillingen, kleuren, intensiviteit vastleggen. De achterkant van mijn penseel is soms even belangrijk als de voorkant. Een bruisende, schoffelende penseelstreek, alle kleuren soms gebruikend, dat is de manier waarop ik in een portret werk.”