Poezie


 

De poëzie van Willemina wordt door collega’s beeldend kunstenaars regelmatig gebruikt als inspiratiebron.

Willemina declameert er uit bij gelegenheden, jubilea en afscheidsceremonies.
Zij opent tentoonstellingen met passende citaten.
Zij heeft enkele bundels met haar werk uitgegeven (zie knop publicaties).

Het winnende gedicht bij de landelijke wedstrijd

Boordevol emotie
maar de mond staat droog
Verkurkte lippen
verstokkend staat het lichaam in de woestijn
wetend
voelend
dat de roepstem een echo heeft
Vermoeiende voeten
Verzengende zon
Wie, o wie
kust mijn tranen omhoog
tot een verzachtende regen
die van verstikking redt
zodat we weer kunnen lopen,
weer leven
Ja…
dat we stralend de bloemen
uit de woestijngrond stampen?

1976

Vluchtig vrolijke vlinder

Vluchtig vrolijke vlinder die de speciale bloem niet meer vindt
onrustig,
fladderend in de zachte zon
Haar glans verbleekt
Het zoete vocht verstijft
Vragend filteren vleugels het laatste licht
Duidelijk zichtbaar de wonden,
waar men haar gouden laag betastte,
haar tederheid dronk
Geen honing meer,
geen hoop
De kramp verstart de vleugels
langzaam verterend tot stof
dat ter aarde valt
of
verstuift in de wind.

1974

De portretschilderes

De portretschilderes
De penseel weet veel
soms meer dan ik
en… het paletmes is trefzeker!
Ik ontmoet u in het kind,
De lente-mens van ’t prille leven
van lindegroen en geel
vragen, verlangen, ontvangen
Ik heb u ontmoet in volle zomergloed
een lach van wollig rood en zonnig vuuroranje
Volledig zijn in het geluk, vol dynamiek in Nu
en doen in deze tijd!
Ook zag ik u in herfst van peper, zout
en grijzend aan de slapen
in bruinen, okers, en op ’t palet een rest van purperrood en iets nog van scharlaken
Begrijpend rijpend milde blik.
en de penseel werkt, bemerkt de fijnste rimpel,
betastend ook het kale, mentale en zakelijk talent
warm grijs en koningsblauw
Schoffelend en zoekend, schrapend en bijvoegend
mik ik
meet ik
uw blik van pijn en soms van schrik
ving ik gewoon uw persoon in vorm en kleur
Mijn hand beweegt, het propje/doekje veegt en vingers voelen mee en schrijven uw patroon ….gewoon, natuur, waarheidsgetrouw
Ook in uw levenswinter wit, pasteltinten van inkeer, wijsheid, weten
ALLEMAAL, HELEMAAL
mensheid in verf
trefzeker
en de penseel weet veel
soms meer dan ik.

2000

Groen licht

GROEN LICHT. (=doorgaan)
Licht
Jij onbegrijpelijke kleur
Wit, reflecterend in de regenboog met groen in ’t midden
alle kleuren ……gedragen door de bevlogen mens,
die gaander, loper op twee voeten … bipedaal …
het spoor trekkend
van oerwoud, toendra’s en woestijnen
het witgewassen zand , het krijt en ’t zout van de miljoenen jaren
Mens
voortdurend tastend
bezinning naar oorsprong
zoekend de uiterste grens
verlichte ogen adem leven mens
aard en hemel bewogen
Ideeën ……………….. inspiratie beflitsen het heelal
halen de snelheid van licht dat negatieve netvliezen opent
Eén vuistgebald geheim
geboorte en de dood
waar vingers de momenten tellen
van werkelijk Ontmoeten
ont….moeten …… ontmoeten
De aarde bewaarde diamant en het kristal, vormen van licht
Zoals alles zich vormt naar zijn aard
zo draagt de mens Het Licht
en geeft de fakkel door
oerintelligentie echo taal en teken
Kunstenaars bouwen intens met brandende ogen bruggen
blind maar gelukkig aan de kiem van elke creatie!
Wanneer buiten ook binnen is
de tijd niet meer stolt
is eeuwigheid geboren
Licht
Wit
Jij onbegrijpelijke kleur!

Samengesteld voor de expositie “Lichtlopers” van Arpad, 21 mei 2005, door Willemina Bakkenes.

De vergulder

Goud
rond mijn hoofd
in het hart
alle dagen dubbel goudomrand
met vergulde ogen
loop ik
leef ik de dag
en droom een vergulde nacht
Flinterdunne goudflinters
dwarrelen rond
Goud in het haar
op mijn huid
Droom ik
met goud
in mijn hart.



Uit de bundel de bodemvlinder

Een kennis

He zeg…
Ik heb een kennis


He zeg …
Ik heb een kennis die mij toelacht
die mij maakt;
mijn zelf bouwt
die vergeeft;
mij verlicht
die mij aanziet;
de naakte waarheid kent.



He zeg….
Ik heb een kennis
Zelfkennis.



Uit de bundel de bodemvlinder

Herinnering

Op het versleten steen
in gaten van de tijd
trilt plots
een teder transparant
een bloempje
der herinnering

Het wonder

Achter waarheid en woord,
voorbij geluid en licht,
valt eindig stil ontvankelijk
het wonder.



uit de bundel de bodemvlinder

Ontluiken

Lentekrieken
in één tel verheft zich leven
vervelt tot nieuw koren
net nog bevroren
nu herboren in nieuw graan
Kom aan
naar buiten
waar vogels fluiten
de bollen en de rest
zoemend aan komt hollen
op de nieuwe morgen
aan het lage land
waar hand in hand
de kinderen
vlinderen in sloot en plas
dat is pas
ontluiken
en de lente ruiken



Uit de bundel De bodemvlinder

Opgewekt van de aarde

los van de tijd

zonder gewicht

stijgend naar het licht

midden in de ruimte

bevrijd

oneindige ervaring

de stilte

de rust

eeuwigheid

samengesteld voor een overlijden door Willemina Bakkenes

Samen

Wat is samen?
Samengaan, samengevoegd
Samen alle dingen doen
Springen, ballen, dansen
Met de kinderen in zee, in zand,
En in de sneeuw sporen achterlatend
Lachen, zingen, huilen
Schreeuwen van de daken
Stampen op de vloer
Leven…, beleven,…. delen, en bouwen
Mooie gedachten en idealen
Laat het geen luchtkastelen zijn



Het mooiste levensproces is
Samen rijp worden,
Oud groeien
Om te vergeven die missers
en te delen de herinneringen
Te gedenken het totaal der gebeurtenissen;
Te begrijpen alles van toen
Om te nemen die hand
en te zeggen:
Kom het is al laat.

Zilver, een kerstgedicht

Als spinnenwebben zilver ragen
en cactussen karmijn en witte bloemen dragen
wanneer struiken in kaalheid dromen
en bomen
kil en strak in heimwee
aan hun stam om leven vragen
wanneer natuur met rijp en sneeuw
onder bevroren hemel staat
geen schaap meer blaat
noch vogel fluit
de gracht niet vliet verstomd en grijs
dan…..
ja dan…
in die lange nacht
komt Kerst
waar men op wacht
Heel zacht en teder
daalt dan
het kindje neder
in elk mensenhart.

Uit mijn eigen bundel van Jezus Kind tot Christus Koning 2002 Willemina

Palliatieve ruimte

Ons lichaam is vast aan de aarde, maar de ziel zwerft
en heeft een breed gebied
Wijdvertakt spreidt zich een bont koraal in de ruimte
op stralingen van liefde, langs wegen van verlangen, hangend aan verdriet
zwevend, dalend, stijgend
steeds op weg naar een warme diepte die tot woonplaats is.